Bielemannen

Het woord biel is dialect voor bijl,  bielemannen zijn dus letterlijk vertaald bijlmannen. De bijl is het gereedschap wat elke bieleman bij zich heeft. Vanouds her maakte de bielemannen de weg vrij van obstakels voor de schutterij.

In vroegere tijden hadden de bielemannen het recht om huizen te doorzoeken naar dienstmeisjes, tegenwoordig houden ze het bij het omhelzen van toeschouwsters. Menig stoere bieleman betreurt het, dat dit heden ten dage niet meer kan. Roemruchte bielemannen uit het verleden bij St. Andreas waren Willem Visser en Gerrit van Hal. Zij gingen  ook vaak op zoek in woonhuizen , alleen kwamen zij  terug met  gebakken worst of vlees die zij  “toevallig “  in keuken of kelder gevonden hadden.

Waar tegenwoordig verkeersregelaars het verkeer regelen tijdens het uittrekken van de schutterij, werd dit in het verleden geregeld door de bielemannen, want als er iets door moest gaan, dan was het de schutterij. Er worden  echter nog steeds boomstammen symbolisch over de weg gelegd bij schuttersbogen als blokkade. Het is aan de bielemannen deze door te hakken en op te ruimen.

Onder de bielemannen van de verschillende schutterijen bestaat vaak een sterke band. Toch willen ze zich aan elkaar meten tijdens concoursen met de bielemanswedstrijden. Hier is degene die het snelste een boomstam doorhakt de winnaar.